Nasi Goreng

Deze keer wil ik graag met u een lekkere Nasi Goreng maken. Hier in Nederland noemen we rijst pas nasi als deze gebakken is. In Indonesië noemen ze ongekookte rijst Beras. Dit spreek je uit als bras. Zodra de Beras gekookt is, wordt het nasi. Nasi Putih is witte rijst, Nasi Kuning is gele rijst en Nasi Goreng is gebakken rijst, de nasi zoals wij die in Nederland ook inmiddels kennen. U zult begrijpen dat de basis van een lekkere Nasi Goreng een goede rijstsoort is. Het liefst gebruik ik Pandan rijst, zoveel lekkerder dan de veel gekochte snelkookrijst. Pandanrijst is niet zo droog en loskorrelig maar is juist een beetje “plakkerig” en heeft een volle smeuïge smaak. Voor de Nasi Goreng heeft u de volgende ingrediënten nodig:

• 500 gram kipdijfilet
• 500 gram Pandan rijst
• 1 liter water
• 3 grote uien
• 4 tenen knoflook
• 1 el sambal
• zonnebloemolie (nooit olijfolie, want die geeft een specifieke smaak af die niet in de Aziatische keuken thuis hoort)
• 1 komkommer
• 4 hard gekookte eieren
• 50 gr garnalen
• 4 st. foelie
• 1 tl. witte peper
• 8 kruidnagelen
• zout
• 1 el ketoembar
• ½ el djintan
• 1 klein stukje trassie

U kookt de kip gaar met het water, zout, peper, kruidnagel en de foelie. Daarna kookt u de rijst gaar in de bouillon van de kip, die u even laat afkoelen. U maakt van de knoflook, trassie, djintan, sambal en ketoembar in de tjoba (vijzel) een boemboe  (kruidenmengsel). Vervolgens fruit u de fijngesneden uien én de boemboe in de olie aan. Voeg hier de in kleine stukjes gesneden kip aan toe. Daarna bakt u de rijst met het kipmengsel mee, waarbij u af en toe roert. Tenslotte mengt u de helft van de garnalen erdoor.

De overige garnalen, de in schijfjes gesneden komkommer en de in partjes gesneden hardgekookte eieren gebruikt u voor de garnering.

Als u er dan ook nog wat Atjar Tjampoer en misschien wat kroepoek bij serveert heeft u een heerlijke maaltijd.

Selamat makan!